Terugblik Studiemiddag 25 april: Meten-Eten-Weten

29 mei 2024


Verslag studiemiddag 25 april: Meten-Eten-Weten
door Kirsten van Stein Callenfels

Sinds kort ben ik aangesloten bij de werkgroep Eetstoornissen. Aan de ene kant om meer kennis op te doen en aan de andere kant om meer van betekenis te kunnen zijn voor cliënten met eetproblemen. Naast een vast dienstverband ben ik ook werkzaam als vrijgevestigd therapeut. En praktijkervaring over deze problematiek heb ik nog niet, simpelweg omdat ik sinds vorig jaar afgestudeerd ben. Maar met een ervaren collega aan mijn zijde neem ik deel aan de studiemiddag Meten-Eten-Weten. In de gymzaal van Hogeschool Windesheim (Zwolle) worden zo’n 50 deelnemers hartelijk welkom geheten. Ik blijk niet de enige nieuweling te zijn. Vrijwillig bied ik aan om een kort verslag te maken van deze studiemiddag.

Functionele lichaamswaardering
Marlies Rekkers trapt af met haar promotieonderzoek ‘Body image in eating disorders; integrating aesthetic and functional body experience’. Uit dat onderzoek is gebleken dat positieve lichaamsexposure een veelbelovende aanpak is, zodra de esthetische en de functionele lichaamsbeleving gecombineerd wordt. Marlies zoomt in op de negatieve lichaamsbeleving bij eetstoornissen. Dit verwijst naar de houding (gedachten en gevoelens) ten opzichte van het eigen lichaam. Een verstoorde lichaamsbeleving zegt iets over de verstoorde perceptie van de eigen lichaamsomvang. Beide zijn kernsymptomen van een eetstoornis.

De positieve lichaamsexposure richt zich niet alleen op de positieve esthetische, maar ook op de positieve functionele waardering van het lichaam. Marlies geeft aan dat het belangrijk is dat je weet waar je aandacht aan besteedt in de behandelgesprekken. Op basis van observatie, objectieve dataverzameling, voor- en nameting bespreek je de uitslagen, signaleer je gedachten en patronen en erken je de ernst van de lijdenslast. Zo kom je samen tot doelen. Zij benadrukt het gebruik van meetinstrumenten (BCS, LAV, FAS ) en het protocol Positieve Lichaamsbeleving (Positive Body Exposure). Voor het eerst hoor ik over het ‘groene boekje’ waarin dit protocol uitgewerkt is, concreet met oefeningen.

Verstoorde lichaamsbeleving
Johan Bosma neemt het stokje van Marlies over, een logisch bruggetje naar zijn masterthesis ‘Het meten van perceptuele lichaamsbeleving’. Hij zet ons aan het werk met de silhouetten-test (BMI Skunkard Scale, BASS) en de touwtjes-test (BID). Deze testen heb ik nog niet eerder gedaan. In de gymzaal liggen touwtjes en meetlinten klaar. De deelnemers verspreiden zich in tweetallen door de ruimte, er wordt hoorbaar druk gemeten (arm, middel, been). Bij beide testen overschat ik mijzelf, ik schat mijzelf anders in dan de werkelijkheid. Ook dat hoort erbij begrijp ik van het onderzoek. Een interessante vraag blijft onbeantwoord. Wat is de perceptuele lichaamsbeleving binnen de doelgroep Nederlandse vrouwen 18-35 jaar met een eetstoornis? Van harte hoopt Johan dat er iemand dit vervolgonderzoek gaat doen.

Bewegingsgedrag
Aurelie Nieuwenhuijse vraagt ons hoe je bewegingsgedrag kunt meten? Een paar reacties; vragenlijst (REI, EDA-Q, EDE-Q) invullen, interview afnemen, beweegdagboek bijhouden, bewegingslijn uitzetten. Daarna bespreken we met elkaar twee casussen. Op 21 november organiseert NAE het congres Eetstoornissen in Beweging. Een uitgelezen kans voor ons PMT’ers om daaraan een bijdrage te leveren. Aurelie roept ons op om PMT-activiteiten in te dienen.

Gedragsmaat
Cees Boerhout vertelt over zijn promotieonderzoek, over de methode Stamp-Stoot-Stem (MSSS). Waar Cees inzet op agressieregulatie. Zoals hij zelf zegt: “Het is tijd om boos te worden op je eetstoornis.” Woede kun je namelijk omzetten in een constructieve kracht. Een eetstoornis is een destructieve kracht. Cees onderzocht de kracht die je hebt en die je wel of niet inzet. Namelijk door te stampen op een plaat, te stoten tegen een stootzak, je stemvolume te gebruiken (hardop, zo hard als je kunt, letter H uitspreken).

Sommige mensen richten de woede naar binnen (internaliseren), bij anderen is dit naar buiten (externaliseren) gericht. Een kleine test met de groep, eerst de ‘internaliseerders’. Niet iedereen weet dit van zichzelf. Ik wel, tijdens de opleiding merkte ik dat tijdens een boksactiviteit. Ik houd mijn kracht in. Cees begeleidt ons bij de oefening. We staan stevig, ademen uit, ademen diep in en zeggen zo hard als we kunnen H. Dan de ‘externailseerders’. En het verschil is echt goed hoorbaar. Iedereen lacht, het ongemak is weg.

Een boeiende middag, die op een aangename manier afgesloten wordt. In groepjes en met een drankje en een hapje evalueren we het programma, de sprekers, en delen we praktijkervaringen en tips. Met accreditatiepunten op zak, ben ik weer een stuk wijzer en heb ik mijn netwerk uitgebreid. Precies waar ik op hoopte.